Praktijkervaringen

Wat kan er uit de benchmarkanalyse van i2i komen? Een paar voorbeelden uit de praktijk.

Dotteren in een ander ziekenhuis

Uit onze benchmarkanalyse komt dat patiënten bij een afdeling cardiologie vaker meer zorgproducten geleverd krijgen dan bij andere ziekenhuizen. Deze rapportage delen we met de cardiologen en uit de gesprekken blijkt dat de zorg voor patiënten die gedotterd worden, doelmatiger kan. De cardiologen van het ziekenhuis dotteren zelf niet; dat gebeurt in een ander ziekenhuis. Wanneer de patiënten naar het andere ziekenhuis vertrekken, slapen ze eerst een nacht in het ziekenhuis van onze benchmark, wat gedeclareerd wordt als klinische behandeling. Daarna vertrekken ze naar het andere ziekenhuis voor het dotteren; daar slapen ze ook weer een nacht, en vervolgens gaan ze weer voor de klinische behandeling terug naar het eerste ziekenhuis. Dat levert twee klinische declaraties op.

Na overleg wordt een verbeterplan opgesteld: patiënten die gedotterd worden, zullen voortaan alleen nog naar het andere ziekenhuis gaan voor de dotterbehandeling en daarna meteen teruggaan naar het eerste ziekenhuis voor de klinische (na)behandeling. Dat lijkt misschien op het simpelweg ‘schuiven’ met dagen, maar omdat er niet opnieuw een klinische declaratie ingediend hoeft te worden, scheelt het onnodige zorgkosten.

Galblaasoperatie kan vaker in dagbehandeling

Uit de benchmarkanalyse blijkt dat een ziekenhuis een galblaasoperatie in 50 procent van de gevallen in een klinische setting uitvoert, terwijl dat bij andere ziekenhuizen gemiddeld in 30 procent van de gevallen gebeurt. De rest van de galblaasoperaties vindt in dagbehandeling plaats. Ook na de correcties voor het type patiënten (bijvoorbeeld comorbiditeit of gemiddeld hogere leeftijd) blijft het verschil duidelijk aanwezig. Samen met de artsen van het ziekenhuis – de autonomie blijft immers bij hen – bekijken we waar dit verschil vandaan komt. In dit geval besluit het ziekenhuis te proberen de klinische galblaasoperaties te verminderen. En met succes!

Duurder, maar beter

Een ziekenhuis verwijdert basaalcelcarcinoom, een kwaadaardig plekje op de huid, vaker dan andere ziekenhuizen in de dagbehandeling; er worden meer DBC’s voor geopend dan gemiddeld. i2i gaat het gesprek aan met behandelaars en daaruit komt naar voren dat er een andere methode wordt gebruikt; MOHS-chirugie. Daarbij wordt de plek zo precies mogelijk weggehaald, zonder dat daarbij te veel gezonde huid verloren gaat. Het verwijderde weefsel wordt, terwijl de patiënt wacht, tijdens de operatie nagekeken. Als de randen van de wond vrij zijn van kankercellen, hecht de specialist de wond. Deze ingreep is bewerkelijker, maar het heeft wel voordelen voor de patiënt: minder schade aan de huid en de zekerheid dat alle kankercellen verwijderd zijn.

Wij analyseerden of deze ingreep ervoor zorgde dat patiënten minder vaak bij een plastisch chirurgie terecht kwamen voor een correctie. Dat bleek het geval en dat maakt dat deze behandeling níet duurder is. Met deze gegevens in de hand kon het ziekenhuis aantonen dat de – op het eerste oog – duurdere behandeling, dezelfde prijs had én beter was voor de patiënt.